100 keer in Carré. Bert Visscher (63) was niet altijd zo groot. 'Heel Amsterdam beplakt, nul betalende bezoekers' (2024)

Bert Visscher (63) speelde zondag voor de honderdste keer in koninklijk theater Carré in Amsterdam. Na afloop kreeg de Groningse cabaretier de traditionele tros rode ballonnen uitgereikt: eentje voor elke voorstelling.

Het enorme rode geveldoek boven de hoofdingang viel onmogelijk te missen: ‘Bert 100x in Carré’. Die boodschap werd nog eens herhaald op tien posters aan de façade van het koninklijk theater aan de Amstel. Maar de Bert van dienst, Visscher natuurlijk, was zondagmiddag niets bijzonders opgevallen. De cabaretier was, net als de vorige 99 keer, achterom gekomen. Via de artiesteningang.

Nou waren er wel meer kleinigheden die Visscher wezen op zijn uitzonderlijke prestatie: honderd rode rozen in zijn kleedkamer, de taart in de foyer, de bloemen die na de voorstelling aan hem werden overhandigd door vriend en collega Jochem Myjer. De aanwezigheid van al die andere bekenden, onder wie Brigitte Kaandorp, Herman Finkers, Peter Heerschop en Viggo Waas. En al die Groningers in de zaal.

Nul betalende bezoekers

Honderd keer Carré, honderd keer 1750 stoelen. Bert Visscher staat er zelf soms nog van te kijken. De eerste keer dat hij in de hoofdstad speelde, zo’n 40 jaar terug, kwamen er – verdeeld over twee avonden en bij elkaar opgeteld – nul betalende bezoekers naar theater De Suikerhof.

„Ik had half Amsterdam beplakt met A4’tjes’’, zegt Visscher backstage in Carré. „Het regende en ik liep het theatercafé uit, keek links en rechts over de gracht. En ik zag niemand. De kroegbaas kwam naar me toe, tevens de eigenaar van het theater, en zei: laten we maar een biertje gaan drinken.”

Terug naar het heden. De hoofdstad ligt er deze zondag stralend bij. Toeristen in bootjes, toeristen op straat, toeristen op het terras. Het is een van de redenen waarom ‘Bertje Vis’ al rond 3 uur de artiesteningang aan de Onbekendegracht binnenliep. „Ik ben graag vroeg aanwezig. Een beetje sfeer proeven, even wat dingen doen. Een knoop van m’n broek is eraf, die ga ik straks maken. Kleine dingetjes. Een beetje rondwandelen. Een beetje dit doen, een beetje dat. Buiten is er gewoon te veel ruis. Dan is het toch om de 3 meter: ‘Hé, Bertje!’”

Zo rond 5 uur zit hij met zijn gezelschap aan tafel, om half 7 is hij dan weer in het theater. „Meestal trek ik me om 7 uur terug. Dan zet ik een mooi klassiek muziekje op. Of even de tv aan in de kleedkamer. Nieuws kijken. Sokken, ondergoed, de zender opplakken. Zo stapje voor stapje. En dan hoor ik in mijn kleedkamer: 15 minuten, 10 minuten, 5 minuten. Om 5 voor ga ik heel snel rennen op de plaats, zodat je de eerste vermoeidheid kwijt bent. En dan: streep en hóp. Gaan!”

‘Het zal wel niet altijd gezond zijn’

Elke avond is er nog die lichte nervositeit. „Het zal wel niet altijd gezond zijn. Maar met plezier hoor, jaaaa man!”

Heeft hij vandaag extra spanning vanwege de festiviteiten, vanwege al die genodigden op de parterre? „Mwah, nee. Ik ben niet extra zenuwachtig. Zodra je op het podium staat, ben je vergeten wie er zitten.”

Toch benoemt hij het geregeld in tussenzinnetjes in zijn geoliede programma Dat zie je een ander niet doen: de honderdste! In Carré! Net als die Suikerhof-avonden zal hij zijn allereerste Carréshow nooit vergeten. Het was januari 2002, Visscher was 41. „Ik stond in de coulissen en begon vanaf 6 uur zó nerveus te worden, écht nerveus. Ik was doodsbang. Twee minuten voor aanvang zei ik tegen een technicus van Carré: bel maar af, ik ga naar mijn kleedkamer. Hij zei dat het allemaal wel goed zou komen en gaf me letterlijk een duw richting het podium.”

Recensent Jacques d’Ancona was erbij die avond. Hij noteerde een dag later in het Nieuwsblad van het Noorden dat Carré Bert Visscher in de armen had gesloten: ‘Ik ben helemaal opgelucht. Een heel warme bak, een zee van mensen waar je tegenaan kijkt, zo dichtbij. De ovatie als je opkomt, de sfeer, de traditie van dit historische theater…”

‘Toon Hermans keek erin, Marlene Dietrich...’

Het is wat Visscher nog steeds voelt zodra hij een voet zet in kleedkamer 1, zijn kleedkamer. „Ik sta hier wel eens in die spiegel te kijken en denk: Toon Hermans heeft erin gekeken, Marlene Dietrich, Herman van Veen zelfs zeshonderd keer.”

Wat Carré zo speciaal maakt? „De zaal is heel mooi hoog, de lach rolt knetterhard terug. Die krijg je dubbel naar je toe, dat is fantastisch. Dus Bertje plakt er in januari 2025 graag nog een paar voorstellingen aan vast.”

Tegen die tijd hangt zijn portret in de galerij der groten, de artiesten die op eigen kracht honderd keer het beroemdste theater van Nederland bespeelden. „Het heeft wel een geschiedenis, hè? Enorm. Ja, dat vind ik wel te gek. Er komen vast nog heel veel namen bij hoor, in dat rijtje. Maar ik heb het toch geflikt. Daar ben ik trots op.”

Voor de rest is en blijft Bert Visscher natuurlijk een Groninger. Volgende week staat hij gewoon weer vier avonden in Cuijk, de week erop begint een serie van acht uitverkochte voorstellingen in de Groninger Stadsschouwburg. Dat is ook de plek waar hij volgend jaar, op 3 mei, zijn állerlaatste show speelt.

Tijd voor andere dingen

Althans, zijn allerlaatste…? „Ik zeg niet dat ik nooit weer een nieuwe solo maak. Maar het lijkt me lekker om eens tijd te hebben voor andere dingen. Ik voel me hartstikke fit, de prostaatkanker is onder controle. Ik blijf verbonden aan het toneel. Of dat nou met een orkest is of met een grote theaterproductie. Toneel is het mooiste wat er is. En voor hetzelfde geld ben ik over een paar weken in topvorm en gaat het schrijven lekker...”

Hij wil zich er niet op vast laten pinnen. „Ik ga eerst nog een jaartje spelen. En in dit jaar bedenken wat ik ga doen. Er komt nu al iedere week iets op m’n bureau waarvan ik denk: dat is leuk man! En ik ben bezig met boek nummer drie, over mijn ervaringen met vrouwen. Over alle exen, over het gesodemieter. Zeer herkenbaar, ben ik bang.”

Voorverkoop

Bert Visscher speelt Dat zie je een ander niet doen nog tot en met 3 mei 2025. De voorverkoop voor het komende theaterseizoen is hier en daar al begonnen.

100 keer in Carré. Bert Visscher (63) was niet altijd zo groot. 'Heel Amsterdam beplakt, nul betalende bezoekers' (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Mr. See Jast

Last Updated:

Views: 6135

Rating: 4.4 / 5 (55 voted)

Reviews: 86% of readers found this page helpful

Author information

Name: Mr. See Jast

Birthday: 1999-07-30

Address: 8409 Megan Mountain, New Mathew, MT 44997-8193

Phone: +5023589614038

Job: Chief Executive

Hobby: Leather crafting, Flag Football, Candle making, Flying, Poi, Gunsmithing, Swimming

Introduction: My name is Mr. See Jast, I am a open, jolly, gorgeous, courageous, inexpensive, friendly, homely person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.